Evensong - 19/11/2023

Locatie: Nieuwe Kerk
Aanvang: 17:00
Aanvullende informatie:

Choral Voices o.l.v. Daniel Rouwkema

Voorg: Tirtsa Liefting
Orgel: Mannes Hofsink

In deze Evensong blikken we vooruit naar Eeuwigheidszondag, de laatste zondag van het kerkelijk jaar waar traditioneel de overledenen herdacht worden. Give us the wings of faith , van Isaac Watts (auteur van de eerste bundel ‘Hymns and spiritual songs’ uit 1709) wordt in de angelsaksische wereld veel gezongen op deze dag. Wij vragen om de vleugels van het geloof ‘to rise within the veil’, om als het ware door de sluier of het voorhangsel heen te dringen tot bij de heiligen (naar Hebreeën 6,19: ‘Die hoop is als een betrouwbaar en zeker anker voor onze ziel, en gaat ons voor tot voorbij het voorhangsel, waar Jezus als voorloper al is binnengegaan’). Waar haalden zij hun moed en volharding vandaan? Een brief uit 1713 vertelt hoe dit lied voor het eerst in een plattelandsgemeente werd gezongen en de mensen tot tranen toe ontroerde. Bij de eigentijdse versie van James Whitbourn (geschreven in 2002 voor BBC’s Songs of Praise) wil dat nog steeds wel eens gebeuren.

Een heel andere toon treft Herbert Howells bij de Canticles. Met zijn majestueuze orgel en voortdurende maatwisselingen is St Paul's Service ‘not for the faint-hearted’. Het klinkt alsof de befaamde koepelkerk in Londen werkelijk van beneden tot boven gevuld moest worden met klank. Zelf verklaarde de componist dat van de twintig versies van de canticles die hij schreef, dit de meest grootschalige was, vanwege de enorme ruimte waarvoor de muziek bestemd was. Howells moest namelijk rekening houden met de lange echo, zodat veranderingen in harmonie en tonaliteit meer geleidelijk moesten plaatsvinden dan in een kleinere kerk. Een en ander leidt tot een hoger geluidsvolume en, in Howells woorden, ‘a tonal opulence, commensurate with a vast church’.

De Preces and Responses zijn van Herbert Sumsion, van wie wel gezegd werd dat hij een van de laatste nazaten van het tijdperk van Elgar was in onze tijd (hij stierf in 1995). Psalm 98 , O sing unto the Lord a new song, zingen we in de zetting van Richard Woodward. In de samenzang klinkt John Rutter’s hymn Eternal God.

Met Basil Harwoods anthem O How glorious keren we terug naar de heiligen uit het introit. De 13e eeuwse tekst, O quam gloriosum uit de gregoriaanse vespers voor Allerheiligen, is ontleend aan Openbaringen 7: 9 e.v. . ‘Een van de oudsten sprak mij aan: ‘Wie zijn dat daar in het wit, en waar komen ze vandaan?(…) Dat zijn degenen die de grote verdrukking hebben doorstaan. Ze hebben hun kleren witgewassen met het bloed van het lam. Daarom staan ze voor Gods troon en zijn ze dag en nacht in zijn tempel om Hem te vereren. En Hij die op de troon zit zal bij hen wonen. Dan zullen ze geen honger meer lijden en geen dorst, de zon zal hen niet meer steken, de hitte hen niet bevangen. Want het lam midden voor de troon zal hen hoeden, hen naar de waterbronnen van het leven brengen. En God zal alle tranen uit hun ogen wissen.’