Evensong - 15/10/2023

Locatie: Nieuwe Kerk
Aanvang: 17:00
Aanvullende informatie:

Choral Voices o.l.v. Daniel Rouwkema

Voorg: Evert Jan Veldman
Organist: Mannes Hofsik

Let my prayer, van de in 1973 overleden componist William Henry Harris, is gebaseerd op psalm 141:2, ‘Laat mijn gebed voor u zijn als reukwerk, mijn geheven handen als een avondoffer’. Harris schreef dit werk voor de kroningsplechtigheid van H.M. koningin Elisabeth in 1953. Als choir master van St George Chapel, Windsor, was Harris vertrouwd met de beide prinsessen. In hun tienerjaren kregen zij wekelijks zangles van hem in de Red Drawing Room van het kasteel. Samen met vier van de meer gevorderde koorzangertjes, plus enige Etonians en Grenadier Guards voor de lagere stemmen, zongen zij iedere maandag madrigalen. Harris was een uitstekende leraar. Als dank stuurden de prinsessen de potten Argentijnse honing, die hen van overzee werden toegezonden, door naar de koorschool.

De preces and responses zijn dit keer van de hand van Humphrey Clucas, een veelzijdig componist en zanger, vooral van liturgische muziek. Als componist was hij autodidact, hij combineerde zijn muzikale carrière lange tijd met het leraarschap en schreef bovendien twee dichtbundels en een een drietal misdaadverhalen. Curieus detail: die spelen zich af in Westminster Abbey, waar Clucas in de jaren ’90 meezong als lay vicar. Zoals uit zijn autobiografie blijkt was het niet zijn gelukkigste tijd, maar het leverde dus wel inspiratie.

Psalm 141 en 138 zingen we respectievelijk op muziek van John Bertalot en Henry G. Ley. De hymns van deze zondag zijn O God beyond al praising (op de bekende melodie Thaxted van Gustav Holst) en O Gladsome light op een 16e eeuwse melodie uit het Geneefs psalter.

Wie goed oplet, hoort een verwijzing naar die laatste hymne in het Nunc Dimittis van Charles Wood. Dat is geen toeval, want O Gladsome light is net als het Nunc een lied voor de laatste viering van de dag, wanneer de lampen worden aangestoken. In de kloosters zijn dat de completen, in de Anglicaanse kerk de evensong. De thematiek is net als bij Wood’s bekendste anthem Hail Gladdening Light : bij het vallen van de avond leggen we onze dagelijkse beslommeringen neer en richten ons op het goddelijke licht.

De invloed van Charles Wood is dan weer te horen in William Henry Harris’ anthem O, what their joy and their glory must be, een reikhalzende beschrijving van de hemel, waar het alle dagen zondag zal zijn. De tekst stamt al uit de 12e eeuw, van de roemruchte Petrus Abelardus. Abélard zou deze hymne geschreven hebben voor de getijden in het klooster waar zijn voormalige geliefde Héloise abdis was. Wie het verhaal kent, kan zich er van alles bij voorstellen. ‘We, where no troubles distraction can bring, safely the anthems of Zion shall sing.’