Cantatedienst - 01/12/2019

Locatie: Nieuwe Kerk
Aanvang: 17:00
Aanvullende informatie:
Het Cantate Consort het Barokorkest onder leiding van Jelte Hulzebos voeren deze zondag Cantate BWV 10 Meine Seel erhebt den Herrn van J.S.Bach uit

De cantate werd in 1724 voor het Feest van Maria’s visitatie (2 juli) geschreven. Uitgangspunt van de cantatetekst is de vaste lezing voor dit feest Lucas 1: 39 – 56 (de lofzang van Maria). De melodie van het Duitstalige Magnificat vormt de basis van deze koraalcantate. Traditiegetrouw werd dit in de vesper te Leipzig gezongen op de gregoriaanse melodie in een vierstemmige zetting van Johann Hermann Schein.



De onbekende tekstdichter heeft de bestaande tekst van het lied overgenomen in de delen 1, 5 en 7. Het tweede, derde, vierde en zesde deel is vrije proza welke gebaseerd is op de resterende coupletten.

Het openingsdeel begint met een concertante instrumentale inleiding waarna het koor de eerste regel van het koraalmelodie inzet; de sopranen zingen daarbij versterkt door de trompet de melodie, daar omheen een beweeglijk stemmenspel. De derde en vierde regel van de melodie klinkt in de altpartij en in de laatste veertien maten horen we alle stemmen zich vrij bewegen.

De daarna volgende sopraanaria valt op door haar virtuoze coloraturen. De tekst ‘Herr der du stark und mächtig ist’ wordt door middel van toonherhalingen en een kloppende ritmiek muzikaal verbeeld. Het veelvuldig gebruik van het octaaf (totale toonomvang), in sprongen, toonladders en drieklanken, staat symbool voor de allesomvattende macht van God.

Het secco-recitatief heeft een opvallend afsluitend ariosogedeelte op de woorden ‘wie Spreu zerstreun’ (als kaf verstrooien).

In de volgende basaria bestaat de begeleiding uit het continuo, de verschillende tekstgedeelten worden afgewisseld door een ritornel (een instrumentaal refrein).

De tekst wordt muzikaal onderstreept door een aanhoudend motief van zestiende noten in de bas dat steeds op de laagste toon van het continuo eindigt, lees: Schwefelpfuhl.



Het duet voor tenor en alt volgt de tekst uit Lucas ‘Hij heeft zich Israël, zijn knecht, aangetrokken, om te gedenken aan barmhartigheid’. Het continuo en de zangstemmen imiteren elkaar terwijl de trompet de melodie van het koraal speelt.

Bach maakte een orgeltranscriptie van dit duet voor de reeks van zes cantatearia’s, de zogenaamde Schübler-koralen. Stef Tuinstra speelt deze versie aan het begin van de dienst.

De tekst van het daarop volgende recitatief is gebaseerd op Lucas 1: 55 ‘… gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen – voor Abraham en zijn nageslacht’.

De cantate eindigt met de doxologie (Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest) in een vierstemmige koor- en orkestzetting.

Solisten zijn: Esther Ebbinge (sopraan), Anneloes Volmer (alt), Sebastian Brouwer (tenor)

En Joep van Geffen (bas). Voorganger in de dienst is ds. Evert Jan Veldman en Stef Tuinstra speelt het orgel.